Op dinsdag 16 augustus is de Swiss Epic van start gegaan in Arosa met Tim Smeenge en Teus Ruijter namens het KMC team. De eerste etappe ging over 59 kilometer en Smeenge en Ruijter kregen met pech af te rekenen, verloren veel tijd met de reparatie en kwamen als vijftiende binnen. De etappe werd gewonnen door het Oostenrijks/Italiaanse duo Daniel Geismayr en Fabian Rabensteiner (Wilier-Pirelli).
Tim SMEENGE during Stage 4 of the 2022 Swiss Epic from Laax to Davos, Graubünden, Switzerland on 19 August 2022. Photo by Sam Clark
Een dag later vertrok het peloton vanuit Arosa naar Laax voor de tweede etappe over 79 kilometer. Het duo Smeenge/Ruijter kende een goede dag en reed steeds verder naar voren. Met de compensatie voor de tijd die ze stil stonden bij een spoorweg overgang klokten ze de zesde tijd van de dag. In de derde rit rondom Laax reden Smeenge en Ruijter een solide race en kwamen als achtste terug in Laax. Daniel Geismayr en Fabian Rabensteiner wisten ook zowel de tweede als derde etappe te winnen.
Op vrijdag stond de langste etappe ooit gereden in de Swiss Epic op het programma van maar liefst honderd kilometer. Het waren echter niet alleen de honderd kilometers maar met name de regen in de nacht voorafgaand aan en tijdens de race die het tot een epische etappe maakte. De Nederlander Hans Becking en Portugees José Dias streden vanuit Laax naar Davos mee voor de overwinning maar moesten in de sprint hun meerdere erkennen in de Duitsers Simon Stiebjahn en Martin Frey (Singer Racing). Met wederom een achtste plaats verteerden ook Smeenge en Ruijter de rit goed.
Als afsluiter werd er 58 kilometer rondom Davos gereden en Daniel Geismayr en Fabian Rabensteiner lieten zien dat zij deze week absoluut het sterkste koppel waren door ook de afsluitende rit en daarmee het eindklassement te winnen. Smeenge en Ruijter namen geen risico’s meer en met een elfde plaats stelden Smeenge en de Ruijter hun negende plaats in het klassement zeker. Becking en Dias wisten knap als derde te eindigen en daarmee ook op te klimmen naar de derde plaats in het eindklassement achter Simon Stiebjahn en Martin Frey.